De Vlaamse regering beslist pas na de zomervakantie of de premie voor zonnepanelen per 1 januari gehalveerd wordt. Minister Demir laat het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap de afbouw van de subsidie onderzoeken.
Robrecht Bothuyne had namens CD&V in het Vlaams Parlement vragen gesteld over de continuïteit in het Vlaamse ondersteuningsbeleid voor zonnepanelen.Niet halveren
‘Een van de beste manieren om de stroomfactuur structureel naar beneden te brengen, is natuurlijk investeren in zonnepanelen’, aldus Bothuyne tijdens de plenaire vergadering van het parlement. ‘Er is nog een gigantisch potentieel. 90 procent van de daken in Vlaanderen die ervoor geschikt zijn, wordt nog niet gebruikt voor zonnepanelen. De Vlamingen hebben dat massaal begrepen. De vraag is tot 300 procent gestegen. We gaan aan dit tempo allicht naar een nieuw recordjaar voor de installatie van zonnepanelen. Dat is mede dankzij de premie die deze Vlaamse Regering ter beschikking stelt. Het is een zeer rendabel verhaal met terugverdientijden van 5 tot 6 jaar. Het is een premie tot 1.500 euro. Die maakt het verschil voor veel gewone gezinnen om te kunnen investeren in die zonnepanelen, om dat haalbaar en betaalbaar te maken.’
De premie bedraagt 300 euro per kilowattpiek, maar wordt per 1 januari 2023 gehalveerd tot 150 euro per kilowattpiek. Bothuyne vraagt de minister dit niet te doen. ‘Kunt u zekerheid bieden aan de gezinnen die willen investeren in zonne-energie en zo een bijdrage leveren aan de strijd tegen de hoge energiefacturen en voor het klimaat?’
Niet te hoog en niet te laag
‘We zien inderdaad dat heel veel mensen een beroep doen op zonnepanelen’, aldus Demir. ‘Dat is al sinds eind vorig jaar zo. Dat is positief. Natuurlijk moeten we goed nadenken over de financiële steun. De steun mag niet te laag zijn, want we moeten inderdaad de gezinnen en de alleenstaanden mee ondersteunen om effectief zonnepanelen te plaatsen, waardoor het project rendabel is. Maar we moeten natuurlijk ook zien dat de steun niet te hoog is, om te vermijden dat we de fouten maken die er in het verleden waren.’
Om die reden stelt de minister aan het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) te hebben gevraagd om de financiële ondersteuning goed te monitoren en om ook te kijken naar de evolutie en de prijzen van zonnepanelen.
Na zomervakantie
‘Ik verwacht het besluit na de zomervakantie’, vervolgt Demir. ‘Ik denk dat het goed is om dan, met alle elementen die op tafel liggen, te bekijken wat we volgend jaar gaan doen, of we het gaan halveren of niet. Ik vind het op dit moment veel te vroeg om nu al te zeggen dat we het gaan loslaten. We moeten echt wel vermijden om in toestanden van oversubsidiëring te komen. Laat ons die studie afwachten, die monitoring waar het VEKA mee bezig is.’
Bothuyne vindt op zijn beurt de vergelijking met de oversubsidiëring uit het verleden via groenestroomcertificaten onterecht. ‘De impact van de groenestroomcertificaten is ook niet dezelfde als de premies die nu rechtstreeks uit de begroting worden gefinancierd, en die dus niet in de energiefactuur worden doorgerekend, zoals vroeger met de certificaten het geval was. Ik denk dat het heel duidelijk is dat onze Vlaamse gezinnen op dit moment niet het gevoel hebben dat ze overgesubsidieerd worden. Integendeel, onze Vlaamse gezinnen slaken terechte noodkreten over hun energiefactuur. De beste manier om hen te helpen is een structurele manier: hen helpen om die investeringen in zonnepanelen effectief mogelijk te maken. Wat ons betreft mag de premie op hetzelfde niveau blijven. Het is belangrijk dat dit op tijd gecommuniceerd wordt, minister, om een rush op de sector te vermijden, om spanningen te vermijden. Het verleden heeft al geleerd dat dat nefast is voor de kwaliteit van de geleverde installaties. Ook dat moeten we proberen te vermijden.’