Skip to main content

Eind 2022 lopen de huidige energiebeleidsovereenkomsten, die opgestart waren in 2015, af. Deze energiebeleidsovereenkomsten zijn het resultaat van een vrijwillige samenwerking tussen de Vlaamse overheid en energie-intensieve bedrijven met een industriële activiteit. De deelnemende ondernemingen zetten zich in om de energie-efficiëntie van hun onderneming te verbeteren.

Het succes van energiebeleidsovereenkomsten

Uit cijfers blijkt dat deze energiebeleidsovereenkomsten zeer succesvol zijn. In 2020 namen 349 ondernemingen deel aan een van deze overeenkomsten. Deze ondernemingen representeren 98 procent van het energieverbruik van de energie-intensieve industrie in Vlaanderen.
De geleverde inspanningen om energie te besparen, spelen een cruciale rol in het halen van de Vlaamse energiebesparingsdoelstellingen van de Europese Energie-Efficiency richtlijn (EED). De deelnemende bedrijven hebben tussen 2014 en 2020 een bijdrage geleverd van 34,3 miljoen megawattuur. De Vlaamse energie-efficiëntiedoelstelling bedraagt 47,75 miljoen megawattuur. Daarmee representeren de deelnemende ondernemingen dus maar liefst twee derde van de Vlaamse doelstelling.

Nieuwe overeenkomst van 4 jaar

Minister van Energie Zuhal Demir en Minister van Economie Jo Brouns hebben beslist over de voortzetting van de energiebeleidsovereenkomsten en geven hiermee uitvoering aan het Vlaams regeerakkoord. De nieuwe overeenkomst zal een looptijd hebben van 4 jaar.
De doelgroep wordt vergroot naar alle energie-intensieve ondernemingen. Vanaf dit najaar kunnen zo’n 500 onderneming met een energiegebruik van minstens 27,8 gigawattuur toetreden tot een overeenkomst die loopt van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2026. 
Minister Demir benadrukt dat ondernemingen hier zelf ook baat bij hebben: “Van de industrie verwachten we de komende jaren grote investeringen in de klimaat- en energietransitie, maar ze hebben er zélf ook alle baat bij. Ze nemen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid, dragen bij tot een betere leefomgeving, maar drukken tegelijk hun eigen energiekosten.”
Minister Brouns onderschrijft het argument van Demir: “Iedereen moet zijn steentje bijdragen in de klimaat- en energietransitie, ook de industrie. Dit is een maatschappelijk engagement en een verantwoordelijkheid die we allen dragen. Maar voor al de inspanningen die verwacht worden, zullen zij ook mee in de voordelen genieten.”

Nieuwe energiewetgeving voor niet energie-intensieve ondernemingen

Tot nu toe waren niet energie-intensieve ondernemingen niet verplicht om zich met energiebeheer bezig te houden. Met een nieuwe, specifieke energiewetgeving voor niet energie-intensieve ondernemingen wordt hierin verandering gebracht.
Deze nieuwe energiewetgeving bestaat uit drie verplichtingen. Ten eerste moeten niet energie-intensieve ondernemingen een energieaudit opmaken om energiebesparende maatregelen te ontdekken. Deze maatregelen, met een internal rate of return groter dan 13 procent, moeten vervolgens uitgevoerd worden binnen de 4 jaar. Ten tweede zijn KMO’s met een energiegebruik tussen 5,6 en 13,9 gigawattuur verplicht om een globale energiebalans op te stellen dat zowel het energiegebruiksprofiel als de energiestromen van de onderneming bevat. Ten derde moeten KMO’s no-regretmaatregelen uitvoeren om hun energie-efficiëntie verder te verbeteren.
Het ultieme doel van deze maatregelen is de energie-efficiëntie van ongeveer 1500 niet energie-intensieve ondernemingen te verbeteren, hun kosten te verlagen en bijdragen aan de doelstellingen van energie-efficiëntie en klimaat.

Compensatie indirecte emissiekosten aanpakken

Daarnaast worden ook de compensatie voor indirecte emissiekosten, die de hoge Europese CO2-kosten van de elektriciteitsintensieve industrie compenseert, onder de loep genomen.
Deze compensatie weert Vlaamse bedrijven tegen concurrentie met bedrijven die buiten de Europese Unie minder klimaatvriendelijk produceren. De maatregel wordt echter nu hervormd door de Vlaamse Regering: minder bedrijven zullen in aanmerking komen en het steunbedrag zal strikter worden berekend. Daarnaast zullen bedrijven ook moeten aangeven welke stappen ze ondernemen om klimaatneutraal te zijn tegen 2050.
De bedrijven zullen ook de helft van het steunbedrag moeten herinvesteren in energie- of CO2-besparingen of hernieuwbare energie als ze de normen van efficiënte productie niet halen. Ze moeten dan de nieuwe energiebeleidsovereenkomst afsluiten met toezeggingen op vlak van energiebesparing.

Verplichting zonnepanelen

In kader van de Vlaamse energie- en klimaatdoelstellingen wil de Vlaamse Regering het aantal hernieuwbare-energiebronnen verhogen. Er is een belangrijk onbenut potentieel aan zonne-energieproductie op onbenutte grote dakoppervlakten. 
Na jarenlange financiële aanmoediging zal er nu een verplichting van zonnepanelen komen voor eigenaars van gebouwen die meer dan 1000 megawattuur elektriciteit afnemen. Deze zonnepanelen moeten geplaatst worden op minstens 10 procent van de totale dakoppervlakte, omgerekend 12,5 wattpiek per vierkante meter dakoppervlakte. Dit percentage wordt gradueel verhoogd in de toekomst: in 2030 zal het percentage stijgen tot 15 procent (of 18,75 wattpiek per vierkante meter) en in 2035 tot 20 procent (of 25 wattpiek per vierkante meter).
Ongeveer 2500 ondernemingen zullen aan deze verplichting moeten voldoen. Daarnaast geldt deze verplichting ook voor ongeveer 700 overheidsgebouwen met een afname van 500 megawattuur. Vanaf 2030 zal dit voor zo’n 1500 overheidsgebouwen gelden aangezien de grens dan verlaagd wordt naar een afname van 250 megawattuur.
De zonnepanelen kunnen niet enkel op het dak geplaatst worden, maar ook op marginale gronden, carports, fietsstallingen of drijvend op het water. Tenslotte kan men ook de verplichting vervullen door een equivalente hoeveelheid elektriciteit op te wekken via windmolens of bio-WKK.

De tijd is nu

Minister Zuhal Demir benadrukt nog dat het nemen van maatregelen niet langer mag worden uitgesteld worden: “‘Wie een geschikt dak heeft, zou zonnepanelen niet langer mogen uitstellen. De aankoopprijs is de voorbije jaren erg gedaald, terwijl de elektriciteitsprijs sterk gestegen is; dat maakt deze klimaatvriendelijke investering bijzonder rendabel. Nu is er nog een tijdje financiële ondersteuning voor gezinnen en ondernemingen, maar dat dooft uit in de volgende jaren. Meer nog, de allergrootste elektriciteitsgebruikers van Vlaanderen worden vanaf 2025 verplicht om een deel van hun eigen elektriciteit zelf op te wekken met zonnepanelen.”
Bron: Solarmagazine.nl, 13 juli 2022.

Leave a Reply