Zonnepaneleneigenaars met een warmtepomp (of elektrische accumulatoren) dreigen de grootste slachtoffers te worden van het verdwijnen van het voordeel van de terugdraaiende teller. Met een warmtepomp verdubbelt namelijk gemakkelijk je stroomverbruik terwijl dit toestel vooral actief is in de winter, wanneer je woning het meest moet worden verwarmd. Maar juist dan zijn de stroomprijzen het hoogst.
Met het systeem van de terugdraaiende teller werd dat verschil uitgevlakt: de stroomoverschotten van je zonnepanelen tijdens de zomer kon je gewoon tijdens de winter van het net halen, aan dezelfde prijs. Mensen met een warmtepomp legden dan dikwijls ook zeer grote zonne-installaties, wat de kost van de totale investering makkeljk kon doen oplopen tot 20.000 of zelfs 30.000 euro. Het nieuwe systeem betekent dan ook een enorme klap voor hen. De overheid beseft dat en zoekt momenteel nog naar een oplossing.
Oplossing?
Maar die lijkt juridisch niet zo eenvoudig. De enige uitweg lijkt extra subsidies of … radicale politieke keuzes. Zo wordt er al langer gediscussieerd over een CO2-taks op fossiele brandstoffen, zoals aardgas of stookolie. De inkomsten van die taks kunnen worden gebruikt om de elektriciteitsfactuur te verlagen. Maar een dergelijke taks-shift ligt politiek erg gevoelig. Er wordt al jaren over gebakkeleid, maar een CO2-taks lijkt echt niet voor morgen. Op een radicale oplossing voor de warmtepompen is het dus wel nog even wachten.
Bron: VRTnws, 30 januari 2021