De Europese Commissie treft momenteel de laatste voorbereidingen voor de invoering van de Ecodesign- en Energy Labelling-richtlijnen voor zonnepanelen en omvormers. Het moment van de waarheid breekt daarmee aan. De redactie van Solar Magazine maakt de tussenbalans op met Raffaele Rossi, hoofd Marktinformatie bij koepelorganisatie SolarPower Europe.
De Ecodesign-wetgeving bevat regels om de energie-efficiency van pv-producten te verbeteren. De Europese Commissie wil bijvoorbeeld een CO2-drempel voor zonnepanelen vastleggen die mettertijd strenger zal worden. Fabrikanten moeten onder deze drempelwaarde blijven om hun producten in de EU te mogen verkopen. Als onderdeel van de Energy Labelling-wetgeving worden zonnepanelen straks voorzien van een label dat een maatstaf is om te zien hoe milieuvriendelijk deze zijn.
Roadmap
De invoering van extra milieunormen voor zonnepanelen en omvormers is vooralsnog een langdurig en stroperig EU worstelt met nieuwe energielabels voor omvormers en zonnepanelen: ‘Invoering mag nooit of te nimmer leiden tot vertraging van energietransitie’. De Europese Commissie treft momenteel de laatste voorbereidingen voor de invoering van de Ecodesign- en Energy Labelling-richtlijnen voor zonnepanelen en omvormers. Het moment van de waarheid breekt daarmee aan. De redactie van
Solar Magazine maakt de tussenbalans op met Raffaele Rossi, hoofd Marktinformatie bij koepelorganisatie SolarPower Europe. proces. Net als bij veel andere Euro-
pese wetgeving proberen bedrijven en hun lobbyisten invloed uit te oefenen. ‘In de afgelopen 2 jaar zijn er meerdere momenten geweest waarbij ook wij als SolarPower Europe onze opvattingen over de ophanden zijnde regulering hebben kunnen delen’, vertelt Rossi.
Zo consulteerde de Europese Commissie in het derde kwartaal van 2021 de onderliggende roadmap van de 2 nieuwe richtlijnen voor pv-producten. Uiteindelijk dienden ruim 25 koepelorganisaties en bedrijven een zienswijze in. Met de opgehaalde informatie werd een conceptversie van de Ecodesign- en Energy Labelling-verordeningen voor pv-producten opgesteld die afgelopen najaar zijn geconsulteerd. In een tijdsbestek van 3 maanden werden – naast reacties van 25 burgers – zo’n 50 zienswijzen ingediend. ‘Ook wij hebben een uitgebreide lijst met opmerkingen ingestuurd’, vervolgt Rossi. ‘Wel is het zo dat wij in het algemeen de vaststelling van minimumeisen steunen, omdat dit de duurzaamheidsprestaties van de zonne-energie-sector verbetert en zorgt voor meer transparantie. Ons voornaamste bezwaar op de manier waarop de minimumeisen worden vormgegeven, is de gekozen route voor zonnepanelen. Overwegende dat sommige bepalingen voor ecologisch ontwerp voor de duurzaamheid van omvormers zeker zinvol is – dat is net als bijvoorbeeld televisies en wasmachines een elektronicaproduct – zou het veel minder zinvol zijn voor zonnepanelen. Die gaan 30 jaar mee, waardoor het niet genoeg is om eventjes de eisen voor smartphones te kopiëren en te hergebruiken.
Planning
Of de Europese Commissie de kritiek van SolarPower Europe ter harte heeft genomen, moet binnenkort duidelijk worden. In de officiële planning meldt de Europese Commissie nog dit kwartaal de nieuwe ontwerpwetgeving te willen presenteren. Rossi verwacht echter niet dat die planning gehaald wordt. ‘De intentie van de Europese Commissie is om de laatste werkzaamheden voor het einde van het kalenderjaar af te ronden, maar eerlijkheidshalve is het waarschijnlijker dat het traject uitloopt naar 2024. De beleidsmedewerkers zijn nog drukdoende met bepaald aspecten. In vergelijking met de traditionele Ecodesign zoals we die kennen voor andere productgroepen, zijn voor pv-producten verschillende nieuwe benaderingen gekozen. Zo is het geen sinecure om een goede berekeningsmethode voor de CO2-voetafdruk van zonnepanelen vast te stellen. Daar is een wezenlijk andere benadering voor nodig, omdat zonnepanelen juist stroom opwekken en níét verbruiken.’
Verwarring
Het leeuwendeel van de kritiek van SolarPower Europe concentreerde zich tijdens de consultatieperiode op het voorstel voor energie-etikettering. Volgens Rossi is het allereerst de vraag of het nodig is om voor de zakelijke zonne-energiemarkt een energielabel voor zonnepanelen in te voeren. ‘Projectontwikkelaars zijn zeer goed op de hoogte van de energieprestaties van pv-producten. De informatie die ze door de invoering van Ecodesign- en energie-etiketteringsvereisten tot hun beschikking krijgen, is voor hen compleet irrelevant. Ze hebben veel betere informatie tot hun beschikking op basis waarvan ze hun aankoopbeslissing nemen. Een tweede kritiekpunt is de gehanteerde methode om de degradatiesnelheid voor zonnepanelen te bepalen. Als die niet deugt, deugt het hele energielabel niet.’
Onlinedatabase
Voor de residentiële markt is het in de ogen van Rossi sowieso de vraag of het wenselijk is om een energielabel in te voeren. SolarPower Europe waarschuwde eerder al voor het risico dat potentiële kopers in verwarring worden gebracht en worden ontmoedigd om zonnepanelen te kopen. ‘We zijn allerminst zeker van het feit dat energie-etikettering het juiste instrument is om residentiële klanten te informeren over de duurzaamheid van zonnepanelen. Er zijn ook andere geschikte opties, zoals de energieterugverdientijd. Je zou consumenten kunnen informeren over de energieterugverdientijd van een individueel zonnepaneel ten opzichte van het marktgemiddelde. Die informatie hoeft ook niet per se met een sticker op het zonnepaneel te vinden te zijn, maar kan ook in een onlinedatabase gepubliceerd worden die eenvoudig door consumenten te raadplegen is.’ Grote vraag is echter of de voorgestelde koerswijziging nog wel realistisch is. ‘Dat is moeilijk te zeggen, maar ik ben ervan overtuigd dat de Europese Commissie alle door marktpartijen aangedragen suggesties – dus ook deze van ons – zal meenemen in haar overwegingen. Tegelijkertijd hebben we sinds de eerste presentatie vorig jaar geen aangepast wetgevingsvoorstel meer gezien. Wij wachten dus met belangstelling af hoe de feedback van de industrie de uiteindelijke bepalingen zal beïnvloeden.’
Overgangsperiode
Als straks de definitieve plannen ontvouwd worden, houdt Rossi er sterk rekening mee dat er een overgangsperiode komt voordat de via Ecodesign en Energy Labelling vastgelegde eisen van kracht worden. ‘Als die er toch niet komt, dan zal dat voor eisen voor standaardbetrouwbaarheidstests geen probleem zijn. Maar mocht er minder gangbare informatie zijn vereist die niet standaard beschikbaar is, dan kan de pv-industrie mogelijk niet vanaf de eerste dag aan de minimumeisen voldoen. Dat moet
logischerwijs voorkomen worden, want de invoering van Ecodesign en Energy Labelling mag nooit of te nimmer leiden tot een vertraging van de energietransitie. Uit de gesprekken die wij gevoerd hebben met de Europese Unie, lijken de verantwoordelijke ambtenaren zich daar ook bewust van te zijn. Tot de definitieve publicatie van de richtlijnen blijft het echter koffiedik kijken…’