Skip to main content

In een nieuw verslag hebben experten van het IEA-PVPS de economische en ecologische voordelen van het repareren en hergebruiken aangekaart bij zonnepanelen die de vooropgestelde levensduur van 30 jaar niet halen.
Ze ontdekten dat hergebruik in alle gevallen de beste milieu-impact biedt, terwijl de winstgevendheid van deze optie momenteel alleen onder bepaalde voorwaarden wordt gegarandeerd bij zonnepanelen op daken. Wanneer we gaan kijken naar de grotere installaties blijft het vervangen van modules de beste optie.
Het repareren en hergebruiken van een zonnepaneel dat niet voldoet aan de verwachte levensduur,  draagt een stuk meer voordelen voor het milieu met zich mee dan wanneer je het zou vervangen door een splinternieuw exemplaar. De hergebruikoptie kent echter nog een aantal uitdagingen op het gebied van economische levensvatbaarheid, waarbij onder de huidige marktomstandigheden slechts een beperkt aantal positieve business cases beschikbaar zijn. Hergebruik kan in de toekomst echter competitief worden als PV-panelen een hoger rendement behalen en de kosten verder worden verlaagd.
Deze zijn de belangrijkste bevindingen van dit rapport genaamd, “Preliminary Environmental and Financial Viability Analysis of Circular Economy Scenarios for Satisfying PV System Service Lifetime”, gepubliceerd door het International Energy Agency Photovoltaic Power System Programme (IEA-PVPS).

Milieu-impact

In het verslag vertellen de experten dat het begrijpen van tot in welke mate een circulair economische benadering toepasbaar is op de zonnepanelenindustrie, het hoofddoel van het onderzoek was. Hun analyse werd uitgevoerd aan de hand van een levenscyclusbeoordeling  en de veronderstelling dat een zonnepaneel 30 jaar meegaat. ‘The functional unit metric’, is daarom gedefinieerd als de totale levenscyclus-impact op het milieu gedeeld door de totale geproduceerde elektriciteit door de installatie gedurende 30 jaar. Hoe lager deze metric value, hoe beter voor het milieu.
Oorspronkelijk bepaalden de onderzoekers in welke mate het recycleren, repareren en vervangen impact heeft op het milieu. Hieruit bleek dat het vervangen van oude panelen met nieuwe en betere panelen de impact op het milieu verhoogt. “De hogere efficiëntie van nieuwe panelen weegt niet op tegen de ecologische voetafdruk die het produceren van deze nieuwe panelen met zich meebrengt”, voegden ze hier aan toe. “Daarbij toont onze gevoeligheidsbeoordeling dat zelfs wanneer een 30 jaar oude installatie nood heeft aan reparatie van de aansluitdoos en/of het transporteren van de panelen over lange afstanden, dit de gunstigste oplossing is voor het milieu.” Benadrukten ze. “Met andere woorden, het is beter voor het milieu om een zonnepaneel 30 jaar in gebruik te houden dan het te vervangen met een nieuwer, efficiënter paneel.”

Financiële levensvatbaarheid

In het tweede deel van de studie, focuste de IEA-PVPS groep op de financiële levensvatbaarheid van vroegtijdig buiten gebruik gestelde zonnepanelen vanuit een levelized cost of energy (LCOE) perspectief. Voor zonnepanelen op daken, werd vastgesteld dat het voldoen aan de 30-jarige levensduur van zonnepanelen financieel concurrerend kan zijn met de vervanging van de modules onder bepaalde voorwaarden. “Dit is het geval voor relatief jonge panelen (tot ongeveer 10 jaar oud) met weinig of geen defecten”, leggen de onzerzoekers uit. “Hoewel we geen rekening houden met de test- en hercertificeringskosten, kunnen deze kosten wel een bepalende factor zijn voor het succes van de businesscase voor hergebruik.”
Op vlak van grootschalige zonne-energie vonden ze dat het repareren of hergebruiken  van panelen financieel niet levensvatbaar was door oppervlaktebeperkingen, lagere resterende vermogensdichtheid en de beperkte resterende levensduur van vroegtijdig buiten gebruik gestelde panelen.  Bovendien suggereert de analyse van zonnepanelen op grote schaal – met behulp van de netto contante waarde als de belangrijkste prestatie-indicator – dat nieuwe panelen ook in deze context aantrekkelijker zijn dan vroegtijdig buiten gebruik gestelde panelen,  zonder en vooral met oppervlaktebeperkingen. ”
De experts waarschuwen dat hun analyse beperkt was tot polykristallijne panelen en dat de optie voor hergebruik verder moet worden beoordeeld onder verschillende geografische locaties en zonnestralingsomstandigheden. “De financiële levensvatbaarheid van de business case voor hergebruik wordt beïnvloed door aanvullende land- en casusspecifieke parameters, zoals de nettarieven die de inkomsten stimuleren en aanzienlijk kunnen fluctueren”, concluderen ze.
Bron: PV-magazine.com, 12 november 2021

Circusol

Futech maakt deel uit van het Horizon 2020 Circusol Consortium, dat onderzoek doet naar de financiële en technische haalbaarheid van business modellen rond het hergebruik van zonnepanelen en batterijopslagsystemen.
In het kader van Circusol gaf Futech een 200-tal zonnepanelen een tweede leven door deze te plaatsen op het dak van een co-housing project in Sint-Niklaas, waar 22 gezinnen samen wonen in een compacte, energiezuinige en sociale gemeenschap.
“Het co-housing Waasland project is een voorbeeld van een zonnepaneleninstallatie die Futech gratis plaatst”, verduidelijkt Ismaël Ben-Al-Lal, zaakvoerder van Futech. “We leveren groene stroom die lokaal geproduceerd wordt. Uiteraard kan een dergelijk systeem enkel werken als de geleverde stroom op zijn minst goedkoper is dan de stroom die uit het stopcontact komt.”
“Op deze manier ontstaat er een servicemodel met zonnepanelen die anders toch niet meer gebruikt zouden worden, uiteraard nadat deze eerst aan een kwaliteitsproces onderworpen zijn. Het co-housing Waasland project is zo een hele leuke democase geworden die een ‘win win’ oplevert voor alle partijen.”

Schrijf u gratis in op onze nieuwsbrief

Leave a Reply