Skip to main content

Het Vlaamse Flexibiliteitsplan 2025 is volgens Helena Gerard grote winst in het banen van het pad naar een decentraal betaalbaar groen energiesysteem. ‘Flexibiliteit staat nu prominent op de agenda, dat blijft zo.’

Met een steeds groter aandeel van stroom van windmolens en zonnepanelen in de elektriciteitsmix wordt het aanbod van stroom alsmaar onvoorspelbaarder. Bovendien zal de vraag naar stroom door elektrificatie – bijvoorbeeld van mobiliteit en warmte – sterk toenemen. Die piekt niet per definitie wanneer er maximaal hernieuwbare energie wordt geproduceerd. Vraag en aanbod moeten dus bij elkaar worden gebracht om energiezekerheid te verzekeren, en om de systeemkosten te drukken. Daarvoor is flexibiliteit nodig in het verbruiks-, opslag- en productiepatroon. Dat is waaraan wordt gewerkt met het Flexibiliteitsplan 2025 dat de Vlaamse regering eind vorig jaar goedkeurde.

Bijzonder ambitieus

Helena Gerard is senior researcher bij VITO/EnergyVille, dé Vlaamse onafhankelijke onderzoeksorganisatie op het gebied van cleantech en duurzame ontwikkeling. Ze is tevens voorzitter van Stroomgroep Flexibiliteit van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA). Die streeft een breed gedragen en kwalitatief Vlaams energiebeleid na en richt zich onder andere op energieopslag, de werking van de elektriciteitsmarkten, energiegemeenschappen, digitale meters en de integratie van hernieuwbare energiebronnen. Het Flexibiliteitsplan 2025 werd door VEKA voorbereid, in overleg met de leden van de groep, en is volgens Gerard bijzonder ambitieus.

Ingewikkeld land

‘Het creëren van de benodigde flexibiliteit in ons energiesysteem van morgen is op zichzelf al geen sinecure’, aldus Gerards. ‘Het is technisch ingewikkeld, vergt samenwerking tussen vele partijen en nieuwe regulering. België is bovendien een ingewikkeld land wat betreft bevoegdheden; we hebben de federale regering en meerdere regionale regeringen Daarnaast heb je ook nog de bevoegdheidsverdeling tussen bijvoorbeeld de netbeheerders en de regulatoren. VEKA wil een voortrekkersrol spelen op het gebied van flexibiliteit. Het agentschap is samen met de stakeholders in de stroomgroep flexibiliteit – onder andere netbeheerders, kennisinstituten, branchevertegenwoordigers, consumentenorganisaties en energieleveranciers – tot een zeer coherent en omvattend plan gekomen.’

Realtime informatie

Het Flexibiliteitsplan 2025 telt 20 actiepunten, onder andere op het gebied van onderzoek, innovatie en opleiding, data en indicatoren, regelgeving en beleid en cybersecurity. Die worden getrokken door VEKA ofwel deelnemers van de Stroomgroep Flexibiliteit. Als mooi voorbeeld noemt Gerard actie 12: transparant communiceren over de status van het elektriciteitsnet. Netbeheerders Fluvius en Elia gaan hun dataportalen uitbreiden en relevante informatie verder publiekelijk toegankelijk maken om inzicht te bieden in de status van het net en netgebruik – bijvoorbeeld over elektriciteitsstromen en netcapaciteit – om op die manier het risico op congestie of overspanning beter te kunnen inschatten. Dit moet uiteindelijk leiden tot het aanbieden van realtime informatie, die onder andere ten goede komt aan het ontwikkelen en optimaliseren van flexdiensten, besluiten aangaande investeren in het aanbieden van flexbronnen en innovatief netbeheer.

Dynamische aansluitingen

Gerard: ‘Nog een actie betreft een nieuwe studie, gepland in 2024, naar de mogelijkheden voor leveranciers om contracten met beperkt vermogen en flexibiliteit via leveringscontracten aan te bieden. Is er een periode waarin elektriciteit schaars is, dan kan de Belgische regering besluiten het Federale afschakelplan in werking te stellen waardoor hele gebieden zonder stroom komen te zitten zonder compensatie voor de gebruikers. Dit kan mogelijk worden voorkomen door eindgebruikers die hun consumptie van stroom verminderen via een dynamisch aansluitingscontract. De mogelijkheden van dynamische aansluitingscontracten zijn belangrijk om de vraag te beantwoorden op welke manier je flexibiliteit het best kan ontsluiten. Bij VITO doen we vandaag actief onderzoek welk mechanisme nodig is om optimaal flexibiliteit aan te spreken: bijvoorbeeld middels dynamische tarieven, dynamische aansluitingen en het opzetten van een flexmarkt zoals GOPACS in Nederland. Het zal waarschijnlijk een combinatie van al deze elementen worden.’

Alle stakeholders

De scope van het Flexibiliteitsplan 2025 is even breed als groot. Zo omvatten de acties onder andere het valoriseren van flexibiliteit in de industrie, het uitwerken van beleidsindicatoren en een dataset over flexibiliteit, het in kaart brengen en benutten van het flexibiliteitspotentieel van de Vlaamse Overheid en standaardisatie en interoperabiliteit van flexibiliteit. Wordt daarmee de lat niet erg hoog gelegd? Hoe krijgt men alle stakeholders mee, van overheid, marktpartijen tot en met burgers? Wat is de kans dat het Flexibiliteitsplan 2025 een papieren tijger blijkt te zijn? Gerard kijkt met een positieve blik naar de toekomst, ook omdat het creëren van flexibiliteit al op de Vlaamse agenda stond, bijvoorbeeld in de vorm van het faciliteren van experimenten met flexibiliteitsdiensten, het capaciteitstarief en het mogelijk maken van energiegemeenschappen.

Wal en schip

‘Nu zetten we een volgende stap met een concreet plan waarmee we daarop voortborduren en vele bouwblokken voor flexibiliteit onderzoeken en ontwikkelen’, aldus Gerard. ‘Die omvatten bijvoorbeeld ook communicatie en sensibilisering om particulieren en ondernemingen mee te nemen. Zo zal VEKA specifieke doelgroepen gaan informeren over het belang en de voordelen van deelnemen aan flexibiliteit. Binnen het Flexibiliteitsplan wordt tevens ingezet op communicatie over smart charging en de slimme sturing van batterijen, warmtepompboilers en warmtepompen als de nieuwe standaard. Vlaanderen heeft al met al een heel mooi startpunt voor flexibiliteit gecreëerd, zeker omdat het nu een prominente en duidelijke plek in het beleid ten aanzien van de energietransitie heeft gekregen en dus niet meer tussen wal en schip valt. Dat is de grote winst voor de energietransitie. Alle acties worden de komende 1,5 jaar door onze stakeholders opgepakt en uitgewerkt. Daarna volgt evaluatie. Dat kan leiden tot aanpassingen op beleidsniveau en nieuwe acties. Maar flexibiliteit zal niet meer van de politieke agenda verdwijnen.’

Bron: Solarmagazine.nl, 9 januari 2023