De Vlaamse sociale huisvestingsmaatschappijen gaan zonnepanelen plaatsen bij 90.000 gezinnen. Met de coöperatie Aster willen ze de komende vier jaar zo’n 230 miljoen euro investeren in zonnedaken.
De daken van sociale woningen bleven jarenlang onbenut. De eigenaars investeerden niet in zonnepanelen omdat de opbrengst volledig naar de huurder zou gaan, waardoor ze zelf niet uit de kosten konden geraken. Met de oprichting van de coöperatieve vennootschap Aster willen de sociale huisvestingsmaatschappijen daar verandering in brengen en op grote schaal een inhaalbeweging maken. De bedoeling is 231 miljoen euro private financiering aan te trekken. Met dat geld krijgen de komende vier jaar 90.000 gezinnen zonnepanelen op hun dak. De sociale huurders zien hun elektriciteitsfactuur dalen en een deel van die besparing wordt gebruikt om de investering af te betalen.
” Huurders betalen een vergoeding voor de zonnepanelen, maar normaal wordt die meer dan gecompenseerd doordat hun elekticiteitsfactuur vervalt”, zegt initiatiefnemer Björn Mallants van de Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen (VVH). De vergoeding bedraagt 12 tot 30 euro per maand bovenop het huurgeld. “Onze bedoeling is niet winst te maken, wel een zo groot mogelijke besparing te realiseren voor de huurders. Als er individuele gevallen zijn waar de vergoeding voor de zonnepanelen hoger ligt dan de besparing op de elektriciteitsfactuur, dan zullen we dat compenseren. Er is de wettelijke garantie dat de energiefactuur voor niemand stijgt.”
244 Megawatt
Van de 76 sociale huisvestingsmaatschappijen in Vlaanderen hebben 64 zich aangesloten bij Aster. Ze lanceren deze week een openbare aanbesteding om een aannemer of een energiebedrijf te zoeken die tussen 2021 en 2024 bijna 650.000 zonnepanelen kan installeren. Het gaat om een opdracht van een nooit geziene omvang. Met een gezamenlijk piekvermogen van 244 megawatt mikt Aster zelfs hoger dan de 200 megawatt aan nieuwe zonnepanelen die tijdens het piekjaar 2019 door alle Vlaamse gezinnen werden geplaatst. Als de individuele zonnepanelen als één installatie werden beschouwd, worden ze met voorsprong het grootste zonnepark van Vlaanderen.
Slimme meter
De timing zit goed. Momenteel is er nog een rush van Vlamingen die voor het jaareinde zonnepanelen op hun dak willen om nog te profiteren van het gunstige regime met een terugdraaiende teller. Maar de verwachting is dat de vraag vanaf januari fors terugvalt. Installatiebedrijven zullen dus staan te popelen om zo’n grote opdracht binnen te halen. Bovendien liggen sociale woningen vaak gegroepeerd, zodat de installateurs de aaneengesloten daken efficiënt in één keer onder handen kunnen nemen.
Aanvankelijk zouden de huurders met zonnepanelen gebruik kunnen maken van de terugdraaiende teller, waardoor ze een vrij voorspelbaar rendement zouden halen. Maar Aster komt daarvoor te laat. De sociale woningen zullen onder het nieuwe systeem vallen met een digitale meter en nettarieven die het minder aantrekkelijk maken stroomoverschotten op het net te zetten.
“Dat maakt het verdienmodel iets complexer”, zegt Mallants. “Gezinnen moeten minstens 38 procent van de opgewekte stroom direct zelf verbruiken om het rendabel te maken. Naarmate ze meer van hun opgewekte elektriciteit direct verbruiken, wordt de besparing groter. We zullen dus voorzichtig zijn en geen daken vol leggen met zonnepanelen. Tegelijk moeten we mensen sensibiliseren zodat ze hun toestellen zo veel mogelijk overdag laten draaien. Onze doelgroep beschikt zelden over slimme huishoudapparaten die aanspringen als de zon schijnt, laat staan dat ze een elektrische wagen hebben die ze ’s middags kunnen opladen. Misschien kunnen we dat opvangen door een groepsaankoop te organiseren voor slimme huishoudapparaten.”
Bron: Tijd.be, 26 oktober 2020