Vlaanderen kent sinds 1 augustus 2019 een subsidie voor thuisbatterijen. Die bedraagt 250 euro per kilowatt, met een maximumbedrag van 3.200 euro per aansluitpunt. Een half jaar na de invoering moet worden geconstateerd dat de regeling een faliekante mislukking is. Er waren in totaal slechts 38 premies aangevraagd. Dit kwam niet als een verrassing voor ODE,de sectororganisatie voor duurzame energie in Vlaanderen. “Er werd gekozen voor een oplossing waaruit maar weinig toekomstvisie blijkt”, aldus algemeen directeur Bram Claeys.
De invoering van de subsidie voor thuisbatterijen in Vlaanderen kon vorig jaar rekenen op diverse positieve reacties uit de markt, van fabrikanten, distributeurs, installateurs,… Aan de burelen van ODE was echter sprake van scepsis. Dat had alles te maken met opties die geboden worden aan eigenaren van zonnepaneelsystemen. Zij mogen 15 jaar lang het rendement behouden van een terugdraaiende teller of kiezen voor het nieuwe systeem van de Vlaamse energieregulator VREG. Daarbij worden – met behulp van de nieuwe digitale meter die momenteel in Vlaanderen wordt uitgerold – de nettarieven berekend op basis van de stroom die consumenten daadwerkelijk afnemen en vervalt het zogenaamde prosumententarief.
Voordeliger
“Hoe hoger de consumptie van zelfopgewekte zonne-energie, hoe voordeliger het nieuwe systeem”, aldus Jozefien Vanbecelaere, beleidsmedewerker warmtepompen en fotovoltaïsche zonne-energie bij ODE. “In de praktijk blijft de terugdraaiende teller echter voordeliger voor 60 procent van de huishoudens met een zonnepaneelinstallatie. Willen zij in aanmerking komen voor de premie voor het aanschaffen van een thuisbatterij, dan moeten ze hun voordelen als prosument opgeven en overstappen naar het gebruik van de digitale meter. Maar waarom zou je dat doen als de hoogte van de bijdrage beperkt is tot 35 procent van de aanschafkosten en je in feite het elektriciteitsnet al gebruikt als batterij. Er is geen financieel voordeel te behalen; de optelsom klopt gewoon niet. Daarom ontstaat met deze regeling geen grote run op thuisbatterijen. Dat voorspelden we al voor de invoering in de discussie met beleidsmakers.”
Politiek signaal
Dat de twijfel van ODE terecht was, is inmiddels gebleken. Tussen 1 augustus 2019 en 31 januari 2020 werden 38 premies aangevraagd. Het batterijvermogen dat daarmee gemoeid is, bedraagt 344,5 kilowattuur. Er is in totaal 86.915 euro verstrekt van het totaal beschikbare budget van 5 miljoen euro. Wanneer dit beperkte resultaat zo gemakkelijk kon worden voorzien, waarom voerde de Vlaamse regering die regeling dan toch door? Claeys: “De huidige premie met voorwaarden was kiezen voor de gemakkelijke weg. Die gaf blijk van weinig toekomstvisie. Wellicht wilde de vorige energieminister gewoon een politiek signaal afgeven dat aantoont dat het hem serieus was met de energietransitie. Hoe dan ook, deze mislukking geeft aan dat het anders moet. Daarbij pleiten wij voor een geheel andere insteek.”
Integrale benadering
In april 2020 werd in Duitsland de mijlpaal van 200.000 thuisbatterijen bereikt. Vorig jaar werden er maar liefst 65.000 residentiële energieopslagsystemen geplaatst, 90 procent daarvan in combinatie met zonnepanelen. Dit succes is niet alleen toe te schrijven aan subsidiëring. Volgens marktonderzoeksbureau Mackenzie is het verkoopklimaat van energieopslagsystemen juist goed in landen waar marktstructuren, de energieprijzen en verdwijnende feed-in tarieven gunstig zijn.
“Wij zijn altijd voorstander geweest van een integrale benadering van de energietransitie”, aldus Claeys. “Decentralisatie, flexibiliteit en sturing vanuit de vraag moet centraal staan bij het maken van beleidskeuzen. Het duurzame-energiesysteem van de toekomst bestaat uit vele componenten; opwek, opslag van elektriciteit, van warmte, laadpunten voor elektrische voertuigen, noem maar op. Subsidiëring moet recht doen aan deze complexiteit. Binnenkort gaan we het gesprek aan met het ministerie om de regeling voor thuisbatterijen te evalueren. De conclusie dat die in 2021 moet worden herzien ligt voor de hand.”
“Dat er daarbij gekeken moet worden naar zaken zoals extra premies voor het opslaan en leveren van elektriciteit en injectielimieten lijkt redelijk”, vult Vanbecelaere aan. “Of die subsidie er komt en hoe die er dan uit gaat zien, is uiteraard nog niet te voorspellen.”
Bron: Storage Magazine, juni 2020