1. Inleiding
VEA vraagt een advies over het ontwerp van decreet om groene stroomcertificaten flexibel toe te kennen in functie van het netbeheer. De Vlaamse regering wenst het systeem te wijzigen zodat installaties op basis van hernieuwbare energie en warmtekrachtkoppeling sneller zouden uitschakelen indien het net overbelast is door hoge productie van minder stuurbare installaties.
2. Analyse
De Vlaamse regering is wellicht verontrust over berichten waarbij op sommige uren een overschot aan elektriciteitsproductie werd vastgesteld die de vraag overtrof. Dit noopte ELIA tot het nemen van maatregelen voor het herstel van het netevenwicht. Dit was op uren dat de productie aan zon en of wind groot was en bij een lage vraag.
Een andere problematiek is het congestiebeheer waar netbeheerders verantwoordelijk voor zijn, lokaal of op het transportnet. Dit is momenteel niet goed geregeld en de huidige contracten van de netbeheerders zorgen ervoor dat uitbaters van hernieuwbare elektriciteitsproductie hun bedrijfsplan niet kunnen waarmaken.
2.1. Netevenwicht
De evenwichtsverantwoordelijken of ARP’s hebben als taak om er voor te zorgen dat de productie en afname die zij in hun portefeuille beheren op elk moment (op kwartierbasis) in evenwicht is. Is dit niet het geval, dan zullen zij hiervoor een kost aangerekend krijgen, zowel bij teveel als bij te weinig. Dit moet de stimulans zijn om ten allen tijde te pogen om een evenwicht te bereiken.
ARP’s dienen daags voordien (Day Ahead) een productie en afname programma in bij ELIA. Het is daarbij belangrijk dat ARP’s een voldoende grote prikkel hebben om zo juist mogelijk te nomineren zodat het hele net in evenwicht is en de dag zelf de onbalans op het net zo gering mogelijk is. Het residueel onevenwicht op de dag zelf wordt door ELIA behandeld. Daarvoor beschikt ELIA over een reeks instrumenten, waarvan sommige gereguleerd zijn en andere gebaseerd op marktbieding van partijen. Tot hiertoe is de inzet van regelvermogen beperkt tot centrales aangesloten op het ELIA net. De kost voor het activeren van het regelvermogen wordt door ELIA aan de ARP gerekend voor de hoeveelheid in plus of min die afwijkt van zijn vooropgesteld programma.
2.2. Congestiebeheer
Op basis van het productieprogramma (Day Ahead) kan ELIA autonoom beslissen centrales op haar net een andere productieprogramma op te leggen in functie van de lokale netconfiguratie waar de fysieke lijnen anders overbelast dreigen te worden.
3. ODE standpunt
3.1. Hernieuwbare energie efficiënt inzetten
Wind en zon produceren elektriciteit uit een gratis lokale brandstof. Door het bewust afschakelen van deze productie-installaties op momenten dat zon en/of wind voorhanden zijn, stijgen de kosten van hernieuwbare energie per opgewekte MWh. Dit zal resulteren in een hogere Onrendabele Top.
3.2. Minder transparantie
Er wordt een systeem opgezet waarbij een producent kan kiezen om zijn niet-regelbare centrales te bevoordelen ten opzichte van zijn installaties van hernieuwbare energie. De meerkost wordt “doorgerekend” als kost voor hernieuwbare energie.
3.3. Secundaire regeling
Ook hernieuwbare energie wil, kan en zal deelnemen aan het regelvermogen dat nodig is om het residueel onevenwicht dat door de ELIA moet verwerkt worden mee op te lossen, maar dan aan de juiste prijs, inclusief vermeden kosten, d.w.z. inclusief de vergoeding voor de GSC. Daardoor blijven de juiste marktprikkels voor de productiemiddelen.
3.4. Het belang van meer nauwkeurige voorspellingen.
ODE vindt het belangrijk dat er zo nauwkeurig mogelijk genomineerd wordt. Zo kunnen de ‘day ahead’ voorspellingen voor PV productie accurater. Zowel langs de productiezijde als langs de verbruikerszijde dienen de voorspellingsgegevens verder verfijnd te worden en de opgedane kennis beter geïntegreerd worden.
3.5. Congestiebeheer.
ODE vindt dat de vergoeding voor congestiebeheer een correcte vergoeding moet zijn voor de gederfde inkomsten van de uitbater. Een verschuiving van toekenning van GSC daarvoor geen juiste basis is.