Skip to main content

Er circuleren wat misverstanden over de groenestroomcertificaten voor kleine PV-installaties: nieuwe installaties zouden er volgens sommigen nog altijd recht op hebben. We zetten de puntjes op de i.

1. Principe in het decreet: 5% rendement

Het basisprincipe is dat altijd een financieel rendement van 5% over 15 jaar wordt gegarandeerd. Daarbij zullen voor bestaande PV-installaties het elektriciteitstarief (residentieel voor kleine PV) en de certificaatprijs als communicerende vaten functioneren. In 2013 speelde de weggevallen netvergoeding hierin een rol om toch nog certificaatsteun toe te kennen.
Het schrappen van de netvergoeding heeft deze kost doen wegvallen: er is dus geen extra steun meer nodig via groenestroomcertificaten om 5% financieel rendement te halen. Dat maakt dat de bandingfactor voor bestaande PV≤ 10 kW onder 0 is gekomen. Dit geldt uiteraard alleen voor kleine PV na 1 januari 2013.

2. De berekeningen van VEA

Nieuwsflits 2014-3 legt de nieuwe regeling voor 2014 in detail uit. Het systeem vanaf januari 2013 voorziet in twee berekeningen:
– een actualisatie voor bestaande PV-installaties die vanaf 1 januari 2013 opgestart zijn (tot 31/12/2013)
– een nieuwe berekening voor nieuwe PV-installaties, in dit geval vanaf 1 juli 2014.
 

3. Bandingfactoren en steun per MWh

VREG en VEA geven volgende cijfers voor bandingfactoren en steun per MWh:

Alle VEA-berekeningen zijn als rapport beschikbaar op deze website: Link
 

4. Wettelijke goedkeuring: ministrieel besluit

Op basis van de berekening van VEA keurt de Vlaamse minister van Energie de nieuwe bandingfactoren goed in een ministrieel besluit (gewestelijke wetgeving, geen Koninklijk Besluit). Dit wordt vervolgens gepubliceerd in het Staatsblad. De teksten van de goedgekeurde ministriële besluiten zijn in PDF-formaat te vinden op de website van Vito:
http://www.emis.vito.be/actuele_wetgeving/6-februari-2014-ministerieel-besluit-houdende-vastlegging-van-de-bandingfactoren
http://emis.vito.be/sites/emis.vito.be/files/legislation/1332/2013/sb311013-1.pdf

5. Tijdelijke theoretische certificaatsteun voor kleine PV

Voor de nieuwe PV-installaties van 1 januari 2014 tot 30 juni 2014 is er een merkwaardige tussenperiode: de berekening daarvoor gebeurde al in juni 2013 inclusief de toen nog bestaande netvergoeding. De toenmalige cijfers werden pas goedgekeurd in oktober 2013 en zijn geldig vanaf 1 januari 2014. Er is dus voor nieuwe PV geen tussentijdse herziening gebeurd in augustus 2013, zoals oorspronkelijk gepland. Omdat de netvergoeding in de berekening is blijven zitten (in juni 2013 wist VEA nog niet dat die afgeschaft zou worden) is het resultaat een positieve bandingfactor en dus een kleine vergoeding via groenestroomcertificaten.
Nieuwe kleine PV-installaties geïnstalleerd vanaf 1 januari 2014 tot en met 30 juni 2014 krijgen dus voorlopig nog een kleine certificaatsteun. Maar dat zal niet lang duren: bij een volgende herberekening in juni 2014 zal blijken dat door het wegvallen van de netvergoeding ook deze installaties geen steun meer nodig hebben voor 5% financieel rendement. En dus hebben ze eventjes recht gehad op GSC-steun, maar waarschijnlijk niet voldoende om een volledig certificaat te realiseren.
Men kan immers alleen maar volledige groenestroomcertificaten aanvragen bij de VREG, en geen deel ervan. Om 1 volledig certificaat van 93 euro te realiseren met een bandingfactor van 0,268 is een zonnestroomproductie van 3731 kWh nodig. Dat zal op een half jaar tijd misschien net lukken met een PV-installatie van meer dan 8,3 kWp. En vanaf 1 juli 2014 zal de certificaatsteun ook voor deze categorie nieuwe PV-installaties op 0 terugvallen.
In elk geval is blijft de besparing via de terugdraaiende teller het meest overtuigende argument voor nieuwe klanten.

6. Certificaten in de toekomst?

Voor kleine PV-installaties wordt de berekening, net als voor de grotere categorieën, elk half jaar opnieuw uitgevoerd, zowel voor nieuwe als bestaande installaties. Als op een gegeven moment blijkt dat er toch opnieuw een certificaatsteun per MWh nodig is om een financieel rendement van 5% te behalen, zal dat in de toekomst mogelijk zijn. Maar erg waarschijnlijk is dat niet, tenzij er drastische veranderingen in de elektriciteitsprijs of de distributietarieven optreden. Dat laatste zou ten vroegste kunnen vanaf 2016, als er nieuwe Vlaamse tarieven van start gaan.
We raden onze leden dus aan om in de berekening van offertes voor nieuwe PV-installaties geen rekening te houden met de tijdelijke en theoretische certificaatsteun tot 31 juni 2014.
Meer informatie :
– http://www.vreg.be/certificatensysteem-voor-nieuwe-zonnepanelen-vanaf-2013
– http://www.vreg.be/certificatensysteem-voor-nieuwe-zonnepanelen-vanaf-2014

Leave a Reply