In 2009 verbruikte een doorsnee Vlaams gezin gemiddeld 4.288 kilowattuur stroom per jaar. Tien jaar later is dat nog 3.025 kilowattuur of dertig procent minder. Daarmee behoort België tot de Europese landen en regio’s met de snelst dalende huishoudelijke stroomconsumptie.
Volgens statistiekbureau Enerdata nam de huishoudelijke gezinsconsumptie van energie in de Europese Unie tussen 2008 en 2017 gemiddeld jaarlijks met ongeveer een procent af. België behoort – samen met onder meer Cyprus en het Verenigd Koninkrijk – tot de landen met de sterkste daling. In Vlaanderen buigt de curve op tien jaar tijd in totaal zelfs bijna 30% af.
Die evolutie danken we onder meer aan een hogere energie-efficiëntie in gebouwen (bijvoorbeeld door renovatie en betere isolatie), elektrische toestellen die minder energieverslindend werden en ook de opmars van hernieuwbare energie. Hernieuwbare energiebronnen waren (volgens het Europese statistiekbureau Eurostat) in 2018 goed voor 9,4% van het energieverbruik in België. Hoewel we nog een eind verwijderd zijn van het streefdoel van 13% voor 2020, boekten we toch al een grote vooruitgang ten opzichte van de schamele 2,2% in 2005.
Ook voor aardgas zien we een sterk dalende lijn in het verbruik. In 2019 klokte Vlaanderen af op een gemiddeld gezinsverbruik van 14.132 kWh/jaar, ten opzichte van 17.755 kWh/jaar in 2009. Dat is een daling van ruim 20%.
Minder verbruiken = minder betalen
Zo’n daling van het gemiddelde verbruik is een goede zaak voor de energiefactuur. Dat bewijst dit voorbeeld.
Stel dat een Antwerps gezin een elektriciteitsverbruik van 4.288 kWh en een gasverbruik van 17.755 kWh/jaar zou hebben (de gemiddelden van 2009), dan zouden ze een bedrag van 1.428,39 euro op de energiefactuur vinden.
Met een huidig gemiddeld verbruik – 3.025 kWh voor elektriciteit en 14.132 kWh voor aardgas – betalen ze ‘maar’ 1.056,31 euro.
Grootste impact voor alleenstaanden
De gezinssamenstelling is uiteraard een blijvende belangrijke factor wat het energieverbruik betreft.
Volgens recente cijfers (2018) van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) verbruikt een alleenstaande gemiddeld 1.781 kWh elektriciteit per jaar. Een gezin met twee volwassenen en twee kinderen neemt 3.902 kWh stroom af.
De impact van de energiefactuur op het totale gezinsbudget is wel het grootst bij alleenstaanden en eenoudergezinnen.
Een gezin met twee kinderen en een mediaan inkomen besteedt 5% van het inkomen aan energiekosten (het mediaanloon voor een voltijds tewerkgestelde werknemer bedroeg 3.361 euro in 2018, volgens Statbel, nvdr.).
Een alleenstaande moet 8 tot 10% van zijn/haar inkomen ophoesten om de energiefactuur te kunnen betalen.
Niet meer dan 10%
Bij huishoudens die uitsluitend elektriciteit verbruiken in hun woning (dus ook om mee te verwarmen en om te koken) loopt het loopt dat aandeel in het gezinsbudget op tot 15% voor alleenstaanden, 20% voor eenoudergezinnen en 9% voor huishoudens van twee volwassenen met twee kinderen ten laste.
Interessant om te weten: de CREG noemt het zelf problematisch als een gezin meer dan 10% van het beschikbare netto-inkomen (na aftrek van de kosten voor huisvesting) moet besteden aan de energiefactuur. Vooral alleenstaande ouders die in de laagste inkomenscategorieën zitten zijn extra kwetsbaar voor energiearmoede.
Bron: HLN.be, 17 september 2020