Na drijvende zonnepanelen in beschutte omgevingen als meren en dammen zijn offshore toepassingen, met hoge golven, de logische volgende stap, klinkt het in een persbericht. Tenminste als de kostprijs van de technologie voor fotovoltaïsche zonnepanelen blijft dalen. Verwacht wordt dat factoren als de beperkte beschikbaarheid van land en het nimby-effect (not in my backyard) zullen bijdragen aan de groei van de markt.
Het consortium gaat daarom, als eerste in België, onderzoek verrichten naar dergelijke offshore zonne-energie. Met het budget van ongeveer twee miljoen euro wil het consortium ‘nieuwe concepten ontwikkelen en testen uitvoeren in het laboratorium en in de praktijk om zo de eerste stappen te zetten in de richting van de commercialisering van de technologie’.
Niet alleen moeten de bestaande zonnepanelen aangepast worden aan de ruigere omgeving, er moet ook een drijvende structuur ontworpen worden. Daarnaast moet de impact op het milieu zoveel mogelijk beperkt worden. Doel is om ‘als eerste offshore zonne-energieparken op te zetten in de Noordzee, eventueel in combinatie met windparken of aquacultuur’.
Het project is opgericht in verband met de Blauwe Cluster, de samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en de overheid om projecten in de Noordzee te stimuleren. Ze wordt sterk ondersteund door het Vlaamse Agentschap Innoveren en Ondernemen (Vlaio). Het budget is het resultaat van een samenwerking tussen de industrie en overheidssteun, aldus het consortium.
Bron: De Standaard, 18 juli 2019
Een consortium van baggeraar Jan De Nul, sectorgenoot Deme, ingenieursbureau Tractebel, zonnepanelenproducent Soltech en Universiteit Gent lanceert een innovatief project voor zonnetechnologie op zee. Het project beschikt over een budget van ongeveer twee miljoen euro.