Europa bereikte vorige week een akkoord om het aandeel hernieuwbare energie in de EU tegen 2030 als geheel op te trekken met 5 procent, naar 32 procent. Elke lidstaat afzonderlijk zal nu een plan moeten ontwikkelen tegen het einde van het jaar.
Niet elke lidstaat zal 32 procent moeten halen. Voor België circuleert volgens VRT NWS bijvoorbeeld een cijfer van 21%.
“Deze doelstelling is haalbaar”, reageert Vlaams Energieminister Bart Tommelein. “Hernieuwbare energie wordt betaalbaarder én rendabeler. Offshore windparken vragen nu veel minder subsidies. Zonnepanelen kosten een vijfde van de prijs van 10 jaar geleden. Het zou dus niet juist zijn om te zeggen ‘we kunnen niet meer doen’.”
Volgens Tommelein blijft er veel potentieel over voor zonnepanelen op daken van huizen, waar nu amper een 5tal procent van de capaciteit is gebruikt.
Met ambitie
“Groene energie creëert bovendien jobs”, gaat Tommelein verder. “En een economische meerwaarde. Trouwens: we moeten investeren door de omschakeling weg van kernenergie. Dus ofwel doen we dat traag, ofwel met ambitie. En dit is niet zomaar even ambitieus zijn: dit is berekend door de verschillende actoren”, besluit de minister.
Bron: VRT NWS, 14 juni 2018