Om de omslag naar groene energie mogelijk te maken, zal wereldwijd de komende dertig jaar zo’n 13.000 miljard dollar moeten worden geïnvesteerd in zonnepanelen en windturbines. Daarmee wordt de CO2-uitstoot fors verminderd. In 2050 is die in lijn met de doelen uit het klimaatakkoord van Parijs, maar de komende twintig jaar ligt die er nog boven.
Dat blijft uit een analyse van ING. De bank baseerde zich daarbij op cijfers van het Internationaal Energy Agentschap (IEA) en Bloomberg.
Nuance
Gerben Hieminga, sectoreconoom energie, is niet verbaasd door de conclusies van de studie, die ruim een maand in beslag nam. “Het energiesysteem wordt nu eenmaal duurder en we wisten dat het gaat om grote bedragen.”
Hij nuanceert dat duurzame energie ook daadwerkelijk duur is. “Pas in 2040 zal er meer worden geïnvesteerd in zon en wind dan in olie en gas.” Dus ook als je niet verduurzaamt, zullen er nog duizenden miljarden dollars in fossiel geïnvesteerd moeten worden: de elektriciteit zal dan met olie, gas en kolen worden opgewekt, zegt de econoom.
66% wind en zon
Wind en zon leveren op dit moment wereldwijd 8% van de stroom. Met 13.000 miljard dollar aan investeringen kan dat in 2050 uitkomen op zo’n 66%, aldus ING. Daarvan zal 7,3 miljard dollar bestemd moeten zijn voor windenergie.
In de zogeheten energietransitie hangt veel af van de technologie. ING heeft gerekend volgens een scenario waarin technologie zich verder voortvarend ontwikkelt. Anders gezegd: de kosten dalen en de efficiëntie neemt toe, iets dat de laatste jaren al sterk gold voor zowel wind- als zonne-energie. Dan nog is er een zee aan onzekerheid. Zoals: wat wordt de rol van waterstof, kernenergie of biomassa?
Paradoxaal genoeg is de enorme toename van stroom niet direct een eenvoudige kans voor het bedrijfsleven, zegt de sectoreconoom. Op termijn zijn zonne- en windenergie goedkoper dan stroom uit fossiele bronnen. Naar verwachting zal de stroomprijs dan ook dalen. Bovendien wordt de stroomprijs afhankelijker van het weer en zal die meer gaan fluctueren. Hoger pieken, diepere dalen, grotere onvoorspelbaarheid. Hieminga: “Het wordt uitdagender om de vruchten hiervan te plukken.”
Bron: Financieel Dagblad