Worden de bedrijfswagens in ons land allemaal elektrisch? Volgens de informatienota van Paul Magnette (PS) wel. De doelstelling is om ‘tegen 2030 geleidelijk te komen tot “nulemissie”-wagens’. Dat kunnen strikt genomen ook auto’s op waterstof zijn, maar die technologie staat in ons land nog minder ver. Dus kijkt iedereen naar de auto op batterijen.
1. Hoe zal die omschakeling eruitzien?
De nota van Magnette houdt het bij één zin en gaat niet in detail. Maar een wetsvoorstel dat Kamerlid Egbert Lachaert (Open VLD) in september indiende, kan een idee geven. Zijn voorstel zou het fiscale voordeelregime van de bedrijfswagens vanaf 2023 stelselmatig laten afbouwen, tot het in 2028 volledig is uitgedoofd. ‘Vanaf 2028 zullen vervuilende bedrijfswagens belast worden zoals gewoon loon’, klinkt het. ‘Voor duurzame wagens verandert er niets.’
Niet alleen Open VLD speelt met het idee. Zo stelde CD&V te willen maken dat leasingmaatschappijen al in 2025 alleen nog nuluitstoot-wagens aanbieden.
2. Is dit haalbaar voor bedrijven?
Voor de bedrijfswereld wordt het een hele omslag. Zo zullen ondernemingen moeten investeren in laadpalen op hun parkeerterreinen. ‘Dat brengt kosten mee’, zegt Kasper Demol van Voka. ‘Elektrische wagens zijn ook duurder. Zullen werknemers die nu budget voor een kleine auto hebben, er nog wel eentje kunnen krijgen? En wat met werknemers die in een stad wonen en thuis niet kunnen laden?’ Volgens Demol is Voka ‘niet per definitie tegen’. Maar, klinkt het, ‘het moet allemaal haalbaar zijn’. Werkgevers willen niet meer betalen dan nu, en hun personeel toch hetzelfde comfort geven. Tussen droom en daad staan heel wat praktische bezwaren.’
Volgens Ronnie Belmans, ceo van Energyville, is dat geen punt. ‘Natuurlijk vraagt dit investeringen, dit is nu eenmaal de energietransitie’, zegt hij. ‘Je vervangt de kosten van petroleum door investeringen op lange termijn. Die tankkaarten van vandaag kosten ook geld.’
Ook praktisch zijn er geen onoverkomelijke problemen, meent hij. ‘Je kunt gestuurd opladen. Dat kan zelfs automatisch in functie van iemands agenda, zodat de batterij van wie om 12 uur een vergadering heeft, eerder wordt geladen dan die van een collega die om 17 uur weg moet.’
Wie thuis geen garage of oprit heeft, zal binnenkort makkelijk aan een laadpaal op straat kunnen opladen, denkt hij. ‘Als er jaarlijks 200.000 elektrische auto’s bij komen, zullen er spelers genoeg op de markt verschijnen die ze willen plaatsen.’
3. Is daar genoeg elektriciteit voor?
Ja, zegt Belmans. Een gezin dat per jaar 20.000 kilometer met een elektrische wagen rijdt en die uitsluitend thuis oplaadt, ziet zijn elektriciteitsverbruik verdubbelen. ‘Als 600.000 bedrijfswagens op elektriciteit gaan rijden, komt dat neer op 2,5 tot maximaal 4 procent meer elektriciteitsverbruik. Dat is niets.’
Ook Mathias Bienstman van Bond Beter Leefmilieu verwacht op dat vlak geen problemen. ‘Maar het laadgedrag is wel een uitdaging’, zegt hij. ‘Als iedereen bij thuiskomst na het werk zijn auto in het stopcontact steekt, kan dat lokaal tot problemen leiden. Daarom is het noodzakelijk dat de uitrol van slimme elektriciteitsmeters tegen dan goed op gang is gekomen.’ Ook volgens Belmans is het gefaseerd opladen van elektrische wagens de grote sterkte. ‘Bovendien kun je met die digitale meter twee elektriciteitsrekeningen hebben’, klinkt het. ‘Je kunt een “submeter” toewijzen als “tankkaart”, waardoor de werkgever een stuk van die elektriciteit betaalt.’
4. Helpt dit het klimaat vooruit?
‘Ja, en zeer significant’, zegt Bienstman. Doordat bedrijfswagens zoveel meer kilometers maken, zou de elektrificatie leiden tot zowat de helft minder CO2-uitstoot en luchtvervuiling op de Belgische wegen. Hij baseert zich daarvoor op een studie van de pan-Europese ngo Transport & Environment.
Bovendien verwacht hij een significant spill-overeffect: de auto’s zullen bereikbaarder zijn voor de particulier, doordat de elektrische bedrijfswagens naderhand op de tweedehandsmarkt terechtkomen tegen lagere prijzen. Daarnaast zal er volgens Bienstman een snelgroeiend ecosysteem rond elektrisch rijden ontstaan, dat de transitie nog verder zal versnellen.
Bron: De Standaard, 27 november 2019