Skip to main content

In de jaren ’20 zullen de kosten voor zonnepanelen blijven dalen, maar wel in een veel langzamer tempo. Innovaties, zoals verbetering van de efficiëntie en hogere vermogens van zonnepanelen, versnellen de uitrol.
Door een hogere efficiëntie en hogere vermogens zullen de genivelleerde energiekosten (LCoE) van zonne-energie blijven dalen. Dit alles blijkt uit een nieuw rapport van marktonderzoeksbureau Wood Mackenzie.

Grotere wafers

​Voor de 2020-editie van het Solar PV Module Technology Market Report onderzocht Wood Mackenzie 3 technologieën die volgens het bureau de potentie hebben om de vermogens en prestaties van zonnepanelen te verbeteren: grote wafers, n-type zonnecellen en technieken op zonnecel- en zonnepaneelniveau. Het onderzoek van Wood Mackenzie suggereert dat de jaren ’20 een decennium zal zijn met snelle innovaties op het gebied van zonnepaneeltechnologie, wat zal leiden tot een aanzienlijke toename van de vermogens van zonnepanelen, betere prestaties en meer veelzijdige toepassingen.
Auteur van het rapport Xiaojing Sun hierover: “We hebben ontdekt dat zonnepanelen gemaakt van grote wafers, zoals het M6-, M10- of G12-formaat, de capex (red. de investeringskosten) van een zonne-energieproject op utiliteitsschaal met 3 tot 9 procent kunnen verminderen. Die kostprijsbesparingen zijn aantrekkelijk voor ontwikkelaars en installateurs van zonne-energie, wat de marktacceptatie zal stimuleren.”

M6, M10 en G12

De gegevens van Wood Mackenzie laten zien dat de totale productiecapaciteit van zonnepanelen met zonnecellen die gebaseerd zijn op M6-, M10- en G12-wafers tegen het einde van 2021 28, 63 en 59 gigawattpiek zal bedragen.
Tegen 2025 zou de productiecapaciteit van zonnepanelen met M10- en G12-wafers naar verwachting respectievelijk de 90 gigawattpiek overschrijden, waardoor ze de dominante technologieën worden op basis van productiecapaciteit.

40 procent aandeel

“Wel is het belangrijk om erop te wijzen dat de marktacceptatie van grotere zonnepanelen afhankelijk is van de co-evolutie van andere systeemcomponenten zoals omvormers en trackers. Die moeten de opgewekte stroom en de grotere omvang van de zonnepanelen kunnen opvangen”, vervolgt Sun. “Sinds begin 2020 zijn er meerdere industriële allianties gevormd om ervoor te zorgen dat het hele solar ecosysteem evolueert om de acceptatie van grote zonnepanelen te ondersteunen. Als de inspanningen van de industrie vruchten afwerpen, voorspellen we dat de verscheping van grote zonnepanelen in 2021 ongeveer 40 procent van de totale verzending van kristallijn siliciumzonnepanelen zal uitmaken. Tegen het einde van 2025 zullen modules gemaakt met wafergroottes kleiner dan M6 geleidelijk van de markt verdwijnen.”

HIT en TOPCon

Wood Mackenzie onderzocht ook zonnepanelen met n-type zonnecellen, zoals heterojunctie (HIT) en Tunnel Oxide Passivated Contact (TOPCon). Bij HIT-zonnecellen wordt het elektronenverlies aan de oppervlakte beperkt door het aanbrengen van een laag amorf silicium. Dit resulteert in een hoger rendement. Bij TOPCon-zonnecellen worden metalen contacten op de achterkant van de zonnecel aangebracht, wat ook leidt tot een hoger rendement.
Sun: “Deze technologieën kunnen meer vermogen per zonnepaneel genereren vanwege de hogere cel-efficiëntie en lagere degradatiesnelheden. In tegenstelling tot grote zonnepanelen leveren n-type modules momenteel geen besparingen op in zonne-energieprojecten op utiliteitsschaal. Onze analyse toont aan dat TOPCon- en HIT-zonnepanelen respectievelijk 40 en 90 wattpiek meer vermogen moeten kunnen leveren of een kostprijsverlaging van respectievelijk 6 en 20 procent om concurrerend te zijn met zonnepanelen die uitgerust zijn met mono PERC-zonnecellen.”
Bron: Solarmagazine, 20 oktober 2021

Schrijf u gratis in op onze nieuwsbrief

Leave a Reply