Door twee nieuwe windparken op zee zal België dit jaar meer hernieuwbare energie produceren dan ooit. Met op piekmomenten meer dan de helft stroom uit wind en zon staat de netbeheerder Elia voor de moeilijke uitdaging files op het stroomnet te voorkomen.
Toen op zaterdag 31 oktober de wind op de Noordzee aanwakkerde, kwam ’s middags meer dan de helft van de elektriciteit in België van windmolens en zonnepanelen. Dat is een fenomeen dat steeds vaker opduikt, blijkt uit cijfers die De Tijd opvroeg bij de hoogspanningsnetbeheerder Elia.
De kaap van 50 procent hernieuwbare energie werd voor het eerst gerond in de namiddag van 2 juni vorig jaar. Intussen is dat een courant verschijnsel geworden, met dit jaar al 140 uren waarin pieken hernieuwbare energie meer dan de helft van de Belgische elektriciteitsvraag afdekten. Op 20 april, tijdens de eerste lockdown, werd zelfs even een recordaandeel van meer dan twee derde groene stroom bereikt.
“Maand na maand zien we de geïnstalleerde capaciteit aan zonnepanelen en windturbines toenemen”, zegt Elia-woordvoerster Marie-Laure Vanwanseele. “Daar komt nog bij dat er sinds maart door corona minder vraag is naar elektriciteit. Met de verstrengde coronamaatregelen lag de vraag op het Belgische net vorige week opnieuw 8 procent lager dan normaal. Door een kleiner totaalverbruik kunnen wind- en zon een groter aandeel innemen. In oktober nog bereikten we een nieuw record, met over heel de maand gemiddeld een aandeel van 23 procent wind- en zonne-energie in de elektriciteitsmix.”
Naast de aanhoudende groei van het aantal zonnepanelen zetten vooral de offshore windparken een turbo op de groenestroomproductie. Met vorig jaar de ingebruikname van Norther en in april dit jaar Northwester 2 is de capaciteit op de Noordzee steil toegenomen. Tegen het einde van dit jaar, als de eerste windzone op zee klaar is, zou er bijna 2,3 gigawatt aan windmolens moeten staan, genoeg om een tiende van de Belgische elektriciteit te leveren.
“De afgelopen tien maanden hebben we al meer offshore windenergie geproduceerd dan in heel 2019”, zegt Hugo Canière, de interim-topman van de sectorfederatie Belgian Offshore Platform. “Ook Seamade is intussen deels in gebruik en zou in de loop van december helemaal operationeel moeten geraken.”
Windparken stilleggen
De opmars van hernieuwbare energie stelt de Europese netbeheerders voor een grote uitdaging. Voor elk kilowattuur dat in het net geïnjecteerd wordt, moet er op datzelfde moment ook een verbruiker zijn die stroom afneemt, anders geraakt het net overbelast. Zeker tijdens de lockdown, met veel bedrijven die stillagen, was het uiterst moeilijk die balans tussen vraag en aanbod te bewaken.
Productieoverschotten deden de groothandelsprijzen voor elektriciteit soms ver onder nul duiken. Op die momenten belandt de energiesector in een omgekeerde wereld, waarbij producenten betaald worden om productie stil te leggen of extra stroom te verbruiken en zo te vermijden dat het net crasht. In april leidden de negatieve prijzen er al toe dat bijna 1 gigawatt aan offshore windparken, het equivalent van een kerncentrale, werd stilgelegd voor de Belgische kust.
Nieuwe elektriciteitslijn
“In Duitsland en ook in het VK is de uitbouw van hernieuwbare stroom versneld, waardoor de infrastructuur soms op haar grenzen botst en we met hogere congestiekosten zitten op het net”’, zegt Vanwanseele van Elia. “Vergelijk het met snelwegen die niet breed genoeg zijn om alle auto’s door te laten, waardoor files ontstaan. Op dit moment zien we die problemen in België nog niet, maar we moeten hard werken om het risico op congesties in de toekomst te vermijden. Je kan relatief makkelijk nieuwe windmolens bouwen, maar het duurt heel wat langer om het net uit te bouwen zodat je die stroom ook verdeeld krijgt.”
Tussen Oost- en West-Vlaanderen vervangt Elia de hoogspanningslijn Horta-Avelgem door een zwaardere kabel en ook de Antwerps-Limburgse lijn Massenhoven-Van Eyck krijgt een upgrade. Maar veruit de moeilijkste uitdaging worden twee projecten van elk een half miljard euro: de nieuwe hoogspanningslijn Ventilus dwars door West-Vlaanderen en de Boucle du Hainaut met een nieuwe lijn door Henegouwen. Beide projecten stuiten op verzet van actiegroepen en lokale politici die liever geen hoogspanningsmasten zien opduiken in hun achtertuin. ‘Die infrastructuurwerken botsen op heel wat weerstand’, zegt Vanwanseele. “Maar ze zijn nodig zodat we de toekomstige offshore windenergie aan land kunnen brengen zonder dat files ontstaan.”
Bron: Tijd.be, 6 november 2020