Skip to main content

Een aantal prosumenten (zoals eigenaars van zonnepanelen of van bijvoorbeeld een kleine windturbine) heeft, bij het overschakelen van een analoge meter naar een digitale meter, meermaals distributienettarieven betaald. Dat is een van de gevolgen van het arrest van het Grondwettelijk Hof van 14 januari 2021 dat de regeling van de virtueel terugdraaiende teller vernietigde.
Om de prosumenten die een financieel nadeel ondervonden tegemoet te komen, keurde de Vlaamse Regering op 29 april 2022 definitief een tegemoetkoming goed. Die geldt voor de prosumenten die tot en met 30 juni 2022 een digitale meter kregen. Deze tegemoetkoming wordt niet automatisch toegekend, maar u kunt ze aanvragen als premie.
Het premiebedrag hangt af van het omvormervermogen van uw zonnepaneleninstallatie, het moment van plaatsing van de digitale meter en van de maand van uw laatste jaarafrekening, en varieert van enkele euro’s tot maximaal 170 euro. Welk bedrag u mag verwachten, kunt u berekenen met de calculator.
Vanaf 1 juli 2022 en uiterlijk 31 december 2022 kunt u deze premie aanvragen via het premieloket van Fluvius. Fluvius staat ook in voor het uitbetalen van de premie.

Waarom werden meermaals netkosten aangerekend?

Sinds 2015 betalen prosumenten (zoals eigenaars van zonnepanelen) prosumententarief voor de afname van elektriciteit op het distributienet op het moment dat men niet zelf elektriciteit produceert. Het prosumententarief is een forfaitair bedrag, gebaseerd op het vermogen van de installatie.
Bij het overschakelen van een analoge meter naar een digitale, maakt de energieleverancier een tussentijdse afrekening op, gebaseerd op de meterstanden op de datum van de plaatsing van de digitale meter.
De netgebruikers die beschikken over een digitale meter en zonnepanelen (of een andere decentrale productie-installatie zoals een micro-WKK of kleine windturbine) met een maximaal vermogen van 10 kVA die in dienst is genomen tussen 1 januari 2006 en 31 december 2020, kregen na hun overschakeling zo een tussentijdse afrekening, waarbij:

  • vóór de plaatsing van de digitale meter een forfaitair prosumententarief wordt aangerekend voor de elektriciteitsafname en -injectie;
  • vanaf de plaatsing van de digitale meter de werkelijke elektriciteitsafname wordt aangerekend (zowel voor netkosten als voor de energiecomponent), het prosumententarief wegvalt en de injectie kan verkocht worden aan een leverancier.

Door de abrupte overgang van het ene systeem van aanrekening naar het andere, kregen een aantal prosumenten voor een bepaalde periode het distributienettarief meermaals aangerekend (zowel via het prosumententarief, als via de werkelijke afname).
Bron: VREG Nieuwsbrief, 2 mei 2022

Leave a Reply