De terugleververgoedingen voor Vlaamse consumenten met zonnepanelen en een variabel terugleveringscontract hebben een absoluut hoogtepunt bereikt. Deze week in ‘De harde cijfers’ nieuwe marktdata van de VREG.
Sinds begin 2021 moeten Vlaamse consumenten en bedrijven die zonnepanelen op hun dak leggen 2 energiecontracten afsluiten: één voor de stroom die ze aankopen en één voor de stroom die ze verkopen. Door het afsluiten van een teruglevercontract kunnen Vlamingen voor de geïnjecteerde stroom van hun zonnepanelen een terugleververgoeding krijgen. Bij een contract met een enkelvoudig tarief is er sprake van 1 teruglevertarief. Bij een tweevoudig tarief is er sprake van 2 verschillende teruglevertarieven, voor dag en nacht.
Hoogste niveau ooit
De Vlaamse energieregulator VREG houdt de ontwikkeling van de terugleververgoedingen, maar ook de elektriciteitsprijzen, nauwgezet bij. Uit die data (red. zie de verschillende grafieken in dit artikel) bleek afgelopen juli nog dat de terugleververgoedingen over hun piek heen waren. Afhankelijk van het type energiecontract piekten de terugleververgoedingen voor consumenten en bedrijven met zonnepanelen in de maanden februari en april. Bij vaste contracten veerden de terugleververgoeding in augustus op om in september naar het laagste niveau van dit kalenderjaar te zakken.
Variabele contracten: groei boven de 200 procent
Eerder werd al bekend dat in 2021 de teruglevergoedingen het hardst waren gegroeid bij variabele energiecontracten. Bij consumenten lag die groei vorig jaar tussen de 411 en 490 procent en bij bedrijven tussen de 411 en 425 procent. Door een ware explosie van de variabele terugleververgoedingen in de maand september, is de groei dit jaar weer tot boven de 200 procent opgelopen
Onderstaande grafieken tonen de ontwikkeling van de terugleververgoedingen voor woningen en bedrijven met een variabel energiecontract voor enkelvoudige en tweevoudige tarieven (dag en nacht).
Vaste contracten: daling houdt aan
De hoogte van de terugleververgoeding bij vaste contracten laat dit jaar een dalende tendens zien. Voor vaste contracten is er in de eerste 3 kwartalen van het jaar bij enkelvoudige tarieven sprake van een daling van respectievelijk 8 en 10 procent voor woningen en bedrijven. Bij tweevoudige tarieven is er bij het dagtarief sprake van een noge grotere krimp – te weten respectievelijk 14 en 17 procent – maar is bij het nachttarief wel sprake van een stijging: 36 procent bij consumenten en 41 procent bij bedrijven. Afhankelijk van de gemeente en de netbeheerder, loopt het nachttarief tussen 21 uur en 6 uur of tussen 22 uur en 7 uur. Bovendien bestaat de mogelijkheid om te kiezen voor contracten met een vast tarief of een variabel tarief.
Onderstaande grafieken tonen de ontwikkeling van de terugleververgoedingen voor woningen en bedrijven met een vast energiecontract voor enkelvoudige en tweevoudige tarieven (dag en nacht).