Het Vlaams Energie- en Klimaatplan wordt vernieuwd. De Vlaamse regering verhoogt definitief de doelstelling voor zonne-energie – naar 500 megawatt per jaar – en blijft een doel van 40 procent CO2-reductie nastreven.
De aanpassing van het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) is onderdeel van de actualisering van het Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP) dat België uiterlijk op 30 juni bij de Europese Commissie moet indienen (red. zie kader).
Zonne-energie
Op het vlak van hernieuwbare energie worden de doelstellingen omhoog bijgesteld tot 31.974 gigawattuur in 2030; een verhoging van 12 procent ten opzichte van het initiële plan uit 2019.
In de periode 2024-2030 wordt een verdere jaarlijkse groei voor zon-pv ingeschat van 500 megawatt (red. omvormervermogen / AC-vermogen) zodat Vlaanderen in 2030 een opgesteld pv-vermogen van 8,9 gigawatt bereikt. Dat is 2,2 gigawatt meer dan in 2019 in het Vlaamse regeerakkoord als doel werd vastgelegd.
Premie zonnepanelen afgebouwd
Voor zonnepanelen houdt de Vlaamse regering vast aan de eerdere beslissing om de afbouw van de investeringspremie voor zonnepanelen door te zetten, omdat de stroomprijzen pv-installaties voldoende rendabel maken.
De realisatie van het zonne-energiedoel wil minister van Energie Zuhal Demir mogelijk maken door onder meer de verplichte installatie van zonnepanelen bij grote elektriciteitsafnemers, het verplicht aandeel hernieuwbare energie in nieuwbouw en het verplicht aandeel hernieuwbare energie in bestaande, grote, niet-residentiële gebouwen via de minimale Energieprestatiecertificaat (EPC)-plicht en door investeringssteun via de call groene stroom.
Windenergie
Voor windenergie wordt een jaarlijkse groei voorzien van 108 megawatt in de periode 2024-2030, om zo tegen 2030 een totaal vermogen van 2.642 megawatt te bereiken.
De Vlaamse regering gaat als onderdeel van die ambitie de installatie van windturbines in landschappelijke waardevol agrarisch gebied langs lijninfrastructuur opnieuw mogelijk maken, net als plaatsing in buffergebieden in verkeerslussen en langs autosnelwegen. De Raad voor Vergunningsbetwisting krijgt verder de opdracht om binnen 9 maanden te beslissen over procedures tegen de komst van windmolens.
Warmteplan
Op het vlak van warmte gaat de Vlaamse regering verder met haar Warmteplan 2025, dat voorziet in een jaarlijkse call groene warmte, warmtenetten en restwarmte, maar ook de aansluitpremie warmtenet voor bestaande woningen. Ook de invoering van een minimum aandeel hernieuwbare energie voor bestaande, grote, niet-residentiële gebouwen draagt daaraan bij.
Binnen de gebouwensector gaat Vlaams minister van Energie Zuhal Demir samen met collega bevoegd voor Wonen Matthias Diependaele de subsidie voor nieuwe fossiele aardgascondensatieketels afschaffen. Dat zal nog dit jaar gebeuren. De bijbehorende 30 miljoen euro jaarlijks budget verschuift naar het renovatiebeleid. De verhoogde premies voor (hybride) warmtepompen zullen verlengd worden voor aanvragen tot eind 2025. Voor stedenbouwkundige aanvragen vanaf 1 januari 2025 zullen bij ingrijpende energetische renovaties minimale installatierendementen worden opgelegd aan centrale verwarmingsinstallaties.
Zonder sociaal bloedbad
Minister Demir spreekt van ‘een verstandig klimaatbeleid zonder sociaal bloedbad’ met inspanningen van alle sectoren. ‘We gaan grote inspanningen leveren om onze CO2-uitstoot terug te dringen met 40 procent en ons voorbereiden op de klimaatverandering, onder meer via onze Blue Deal en ons Klimaatadaptatieplan. We nemen afscheid van subsidies voor fossiele brandstoffen, versterken ons renovatiebeleid en kiezen voor meer hernieuwbare energie zonder te hervallen in nieuwe oversubsidiëring. Het is nu aan elke vakminister om voor zijn of haar bevoegdheden de nodige acties op het terrein uit te voeren.’
Minimale EPC-norm
Minister Diependaele gaat ook een minimale EPC-norm invoeren voor residentiële gebouwen, die geleidelijk verstrengt. Voor open en halfopen woningen gaat het om mijlpalen in 2030 (label E), 2035 (label D) en 2040 (label C). Voor appartementen en gesloten bebouwing zijn er mijlpalen voorzien in 2030 (label D) en 2035 (label C). Minister Demir doet dit voor kleine niet-residentiële gebouwen. Voor gebouwen met erfgoedwaarde zullen er uitzonderingen zijn wanneer energetische ingrepen teveel impact hebben.
Minister Diependaele: ‘We zetten hiermee in op een verdere verduurzaming van onze Vlaamse huurmarkt. We integreren dit EPC-labelpad in de minimale woningkwaliteitsnormen voor verhuur. Hiermee geven we de Vlaamse huurmarkt een helder perspectief van wat de verwachtingen zijn op energetisch vlak. We kiezen daarbij voor een redelijk en realistisch pad met een lange doorlooptijd, gezien we onze Vlaamse verhuurders ruim de tijd willen geven om hierop te anticiperen. Het opwaarderen van onze huurwoningen creëert winst op verschillende vlakken. De waarde van het pand stijgt, de huurder zal een lagere energiefactuur krijgen en het levert een bijdrage aan onze ambitie om tegen 2050 alle woningen in Vlaanderen energetisch kwalitatief te maken.’
Monitoring en vervolgstappen
Elk jaar zal een voortgangsrapport over de uitvoering van het Vlaams Energie- en Klimaatplan gepubliceerd worden door het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap. Hierin zal telkens een evaluatie gemaakt worden over de vooruitgang met betrekking tot alle opgenomen doelstellingen en streefcijfers.