Skip to main content

Vlaanderen heeft 8 procent van het potentieel voor zonnepanelen op daken benut. De gemeenten Dilsen-Stokkem en Ardooie zijn de absolute koplopers. Dat meldt het toonaangevende Solar Magazine op basis van data van het Vlaamse Energie- en Klimaatagentschap (VEKA).

In de afgelopen vier jaar heeft Vlaanderen ruim drie procent van het potentieel aangewend voor de installatie van zonnepanelen.

Benutting daken Vlaanderen

Limburg trekt de kar

Het is daarbij Limburg dat de kar trekt, want dat is de enige provincie die al meer dan 10 procent van het dakpotentieel voor zonnepanelen heeft benut. Hekkensluiter West-Vlaanderen zit op nog geen 7 procent.

Van de 13 Vlaamse centrumsteden is Genk de absolute koploper. Per hoofd van de bevolking telt de stad 1.091 wattpiek zonnepanelen per inwoners. Ter vergelijking: Nederland – dat Europees koploper is – telde vorig jaar per hoofd van de bevolking 1.044 wattpiek aan zonnepanelen. Genk is overigens de enige centrumstad met meer dan 1.000 wattpiek aan zonnepanelen per hoofd van de bevolking
Toch valt de prestatie van Genk in het niets bij die van Ardooie. De gemeente in de provincie West-Vlaanderen gooit de hoogste ogen met maar liefst 2.117 wattpiek aan zonnepanelen per hoofd van bevolking. Ook de prestatie van Lo-Reninge mag er zijn met 1.967 wattpiek aan zonnepanelen per inwoners.

Benut dakpotentieel

In de andere top 10 – die met het benut dakpotentieel – is het de gemeente Dilsen-Stokkem die floreert. Het benuttingspercentage ligt in de gemeente bijna 80 procent hoger dan in de rest van Vlaanderen. Natuurlijk moet er ook een slechtste jongetje van de klas zijn en dat is Herstappe. De Limburgse gemeente heeft slechts 1,82 procent van het dakenpotentieel benut voor zonnepanelen. Dat is ruim 5 keer zo laag als het provinciale gemiddelde. Machelen in Vlaams-Brabant is de enige andere gemeente die minder dan 2 procent van het potentieel benut heeft.

* De cijfers in dit artikel zijn voorlopige cijfers. De oorzaak is dat nieuwe installaties verschillende stappen moeten doorlopen. Hierdoor worden ze in veel gevallen pas enkele maanden na indienstname door de netbeheerders geregistreerd. De data is daarom per definitie onvolledig en volgens het VEKA een onderschatting van de werkelijkheid.

De benuttingsgraad is door het VEKA berekend door het gecorrigeerd vermogen te delen door het potentieel vermogen. Met het gecorrigeerd vermogen wordt het door de netbeheerders geregistreerde vermogen bedoeld. Dat getal is verminderd met het vermogen van alle installaties groter of gelijk aan 750 kilowatt (red. omvormervermogen) die rechtstreeks op de grond geplaatst zijn.

Bron: Solarmagazine.nl, 11 maart 2023